2 Kronieken 2:9

SVEn dat om mij hout in menigte te bereiden; want het huis, dat ik zal bouwen, zal groot en wonderlijk zijn.
WLCוְהִנֵּ֣ה לַֽחֹטְבִ֣ים ׀ לְֽכֹרְתֵ֣י ׀ הָעֵצִ֡ים נָתַתִּי֩ חִטִּ֨ים ׀ מַכֹּ֜ות לַעֲבָדֶ֗יךָ כֹּרִים֙ עֶשְׂרִ֣ים אֶ֔לֶף וּשְׂעֹרִ֕ים כֹּרִ֖ים עֶשְׂרִ֣ים אָ֑לֶף וְיַ֗יִן בַּתִּים֙ עֶשְׂרִ֣ים אֶ֔לֶף וְשֶׁ֕מֶן בַּתִּ֖ים עֶשְׂרִ֥ים אָֽלֶף׃ פ
Trans.2:8 ûləhāḵîn lî ‘ēṣîm lārōḇ kî habayiṯ ’ăšer-’ănî ḇwōneh gāḏwōl wəhafəlē’:

Aantekeningen

En dat om mij hout in menigte te bereiden; want het huis, dat ik zal bouwen, zal groot en wonderlijk zijn.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וּ

-

לְ

-

הָכִ֥ין

te bereiden

לִ֛י

-

עֵצִ֖ים

En dat om mij hout

לָ

-

רֹ֑ב

in menigte

כִּ֥י

want

הַ

-

בַּ֛יִת

het huis

אֲשֶׁר־

dat

אֲנִ֥י

ik

בוֹנֶ֖ה

zal bouwen

גָּד֥וֹל

zal groot

וְ

-

הַפְלֵֽא

en wonderlijk


En dat om mij hout in menigte te bereiden; want het huis, dat ik zal bouwen, zal groot en wonderlijk zijn.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!